De Voorgeschiedenis van de familie Oberstadt                       


De beschrijving van het geslacht Oberstadt. De familie Oberstadt stamt oorspronkelijk uit Duitsland en wel uit de omgeving van Dortmund. Zover achterhaald kon worden gaan de weliswaar summiere gegevens terug tot 1350.

Blijkens de in ons bezit zijnde stamboomrol is de oudst bekende voorvader
“Hermann”; Schult tho Overen-Stade; URKDL 1350.
De daarop volgende familieleden zijn:
Tele Overstades; Schult tho Overen-Stade; URKL 1481,
Peter; URKL 1517-20-28-35,
Heinrich; URKL 1565 en
Barbera

De titel Schult is vertaald beheerder, schout en dorpsburgemeester.
De familienaam is in de loop der tijd aan wijzigingen bloot gesteld geweest. Zo zijn namen bekend als Overstades, Oberstade, Oberstatt en Oberstadt.

Het uitzoeken van de wortel en de stam van de familie is een tijdrovende aangelegenheid waarop Holm Oberstadt, geboren te Munster, 27 mei 1931, zich reeds jaren geleden heeft gestort.
Hij is de spil in het onderzoek naar de familie Oberstadt en heeft diverse reünies georganiseerd waarop Ferdinand (zoon van Carl Detmar), Maximiliaan (Makkie), Maximiliaan (Max) en Peter aanwezig waren.
Uit het onderzoek van Holm blijkt wat de oorsprong van de naam Oberstadt is. Hierop wordt in een apart hoofdstuk ingegaan.

Om nu niet opnieuw het wiel uit te vinden en omdat de Nederlandse tak door Holm slecht beschreven is heeft Peter alleen die tak vastgelegd. De studie begint vanaf de stichters van de Nederlandse tak van de familie en voorts is er een poging gedaan om een levensbeschrijving te geven van elk lid van de familie. De informatie die nu op papier staat is gebaseerd op originele stukken en verhalen van alle nog in leven zijnde familieleden. Er is natuurlijk geprobeerd om zoveel mogelijk uit de herinnering te putten van de zeer ouderen onder ons. Ook hebben familieleden die niet meer de naam Oberstadt dragen een bijdrage geleverd. Dit zijn onder andere de klein- en achterkleinkinderen van Anna (Anna Dorothea) Oberstadt, te weten de families Dekker en Mojet en een halfzuster van Maximiliaan (Makkie) Myra Pieterson geb.Brendel. Zij is de dochter van de eerste vrouw van Maximiliaan (2e generatie) en haar tweede man t.w.n. Brendel.
Dit geeft een aardig beeld van wie onze voorouders waren, wat zij deden en hoe zij zich gedroegen. Toch is het beeld zeker niet compleet. Voor het geval iemand die dit werk leest over informatie beschikt betreffende een of meer van de beschreven of latere familieleden dan stel ik het op prijs die informatie te krijgen om het werk te completeren. Ook als u over materiaal beschikt betreffende een of meer familieleden stel ik het op prijs die te ontvangen om dit te voegen in het archief. Hierbij denk ik aan schilderijen, boekjes, muziek e.d. .


OBERSTADT, waar komt die naam eigenlijk vandaan?

De naam Oberstadt is afkomstig van de Stam Necking van het landgoed Oberstade aan de Ruhr bij Menden (Kr. Iserlohn) 

De familieleden zijn verspreid over de volgende plaatsen:
In Duitsland: Altfinnentrop, Arnsberg, Bad Schalbach in de Taunus, Bamenohl (kr. Meschede), 
Brackel bij Dortmund, Dormunt, Düsseldorf, Finnentrop (kr. Meschede), Frankfurt am Main, Grevenbrück (kr.0 Olpe), Hagen, Hamm in Westfalen, Herne, Köln, Löbau in Sachsen, Menden (kr. Iserlohn), Meschede, Milchenbach (kr. Olpe), Münster in Westfalen, Osnabrück, Plettenberg, Rüthen (kr.Lippstadt), Schallenberg (kr. Meschede), Schwartmecke (kr. Olpe), Suttrop, Unna, Wanne-Eickel, Warendorf , Warstein 
(kr. Arnsberg), en
In Nederland: ’s-Gravenhage, Voorschoten en Zoetermeer.
In USA: Fremont

De familie is van oorsprong katholiek, gedeeltelijk evangelisch, maar later in Nederland werd zij ook Nederlands hervormd en joods.

Zoals in vroegere tijden in Duitsland gewoon was, is de familienaam is een herkomstnaam. Het stamgoed, (familiebezit landgoed, hoeve of buiten), is gelegen aan de Ruhr op het terras “Overen-Staden” tegenover de stad Fröndenberg (kr Unna). Het behoort van staatswege bij het gerecht Menden, landelijk (Schwitten) goed (kr Arnsberg), kerkelijk tot de parochie Menden (kr Iserlohn). De Ruhr stelde hier in het verleden de grens voor tussen het Kuuroord (Kurkolnischen) hertogdom Westfalen zuidelijk van de Ruhr en het graafschap Mark noordelijk ervan. De naam van het land (boerderij) was tegelijk de familienaam van de pachterfamilie. Naar oud Westfaals gebruik was de naam van het “goed” belangrijker dan de familienaam.De oorspronkelijke naam van de familie stamt af van de “Stam NECKING” van de Neckmannboerderij in Halingen aan de Ruhr en werd dus gewijzigd zodra de familie zich op het nieuwe goed vestigde..
Het land Oberstade was in het verre verleden een bezit van de graven van Arnsberg. Op 12 februari 1296 werd het land van de gravin Petronelle van Arnsberg, een geboren gravin van Jülich, aan het klooster en later aan de vrijwereldlijke (freiweltlichen) adelijke dameskostschool Fröndenberg aan de Ruhr als eigendom overgedragen.
Door het Bisdom werd het als pachtgoed aan een landgoedbeheerder, schout (dorpsburgemeester) overgedaan. De pachters (Schults) moesten tevens meedoen met de bewaking van het bisdom. Zij moesten naast de oorspronkelijke pacht tevens in het bisdom mensen voor de bewaking leveren. In latere tijden werd van hen, zoals van de horigen ook sterfgevallen, gewin en vrijloop verlangt.
De pacht vond, in streng juridische zin, plaats voor de duur van vijftien jaar, maar werd in praktische zin voor de duur van het leven van de pachter verlengd.
De pachter kreeg in 1537 van het graan elke 3e schoof(bundel), dus eenderde deel van de oogst. Naast de tweederde deel van de oogst moest hij jaarlijks 1 os of koe, 2 varkens, 2 ganzen, 8 kippen en 100 eieren als betaling afstaan. In 1549 werden bij een pachtvernieuwing de eieren omgezet in betaling van een derde varken.
De geldwaarde van de afdrachten, die door de eeuwen onveranderd waren gebleven, werd aan het einde van de periode van de heerlijkheid van het bisdom in 1810 tot 164 Rijksdaalders en 24 pfennig opgewaardeerd.
Het landgoed stond daarmee binnen de 187 landgoederen, hoven en stukken grond van het bisdom Fröndenberg in belangrijkheid op de 10e plaats. Onder de in het hertogdom Westfalen gelegen landgoederen was het zowaar het grootste hof van het bisdom.
De Schulte van Oberstade had in 1589 ook de grootste veestapel in het gerecht Menden op de adellijke Johan van Werminghause tot Kotten na. 

Als pachters, beheerders, schouten (dorpsburgemeester) van het landgoed werden de volgende personen officieel aangesteld:
1377 - Hermann, Schult tho Overen Staden;
1481 - Tele Overstades, Schult tho Overen Staden;
1517 - 1535 Peter (d. Altere), Schulte tho Overen Staden, als lid van de Kalands in de Stad Menden;
1537 – krijgt Peter (de jongere) het land.

Voorlopig genoeg over het eerste begin in Duitsland. Natuurlijk is er meer en zijn alle takken en zijtakken in de familie bekend. Ook de namen en adressen van de in 1970 nog levende familieleden. 
Mocht er later nog plaats in dit werk zijn dan zal ik zeker nog terugkomen op deze gegevens.


Het Begin.

De Nederlandse familie Oberstadt wordt in het Duitse stamboek beschreven als de Den Haager unterzweig of te wel de Haagse ondertak. 

Het begon voor ons eigenlijk met Carel Adolphe Oberstadt, geboren te Brackel op 25 januari 1796, van huis uit katholiek en Anna Frederieke Theodora (Dorothea) Jucho, geboren op 28 november 1805, van huis uit evangelisch, die samen een kruidenierszaak in Dortmund dreven. In het bijzonder wordt vermeld dat zij koloniale waren verkochten. De Jucho’s hadden in de omgeving van Dortmund een landbouwbedrijf en werkten in de wijnbouw. Later werden zij ook belangrijk in de bruggenbouw. 

Het contact tussen de families Oberstadt en Jucho ontstond voor een deel op zakelijke grond, voor het overgrote deel echter door hun beider interesse in de muziek.

Opa Carel en Oma Anna kregen samen negen kinderen die allen in Dortmund werden geboren en evangelisch werden opgevoed.

De kinderen zijn:
1. Carl,           geboren: 5 juli 1830;             † in 1850, 
2. Wilhelm,     geboren: 5 november 1831;   † onbekend,
3. Maria,        geboren: 2 april 1933;            † 6 januari 1890,
4. Ferdinand,  geboren: 4 augustus 1835;      † 23 augustus 1912,
5. Emilie,        geboren: 5 augustus 1837;      † te Brussel, 30 mei 1895,
6. Herman,     geboren: ? ?,                          † te Dortmund, in 1869,
7. Elisabeth,   geboren: ? ?,                           † op 14 jarige leeftijd,
8. Max           geboren: ? ?;                          † te?, ?
9. Adolf,         geboren: ? ?;                          † te?, ?

Zowel Maria als Ferdinand trouwden met een Paxmann. Maria op 18 augustus 1855 te Dortmund, Ferdinand te Brussel, 7 mei 1870. Over de relatie Oberstadt, Paxmann en Jucho wordt een en ander geschreven in het boek “Die Juchos”, dat in bezit is van Jan Mojet. Dit boek is samen gesteld door Max Jucho (1928) en beschrijft vooral de achtergrond van de Juchos. De familie Paxmann vestigde zich in 1776 in Dortmund in de handel. In het boek is een brief opgenomen van Carl Detmar Oberstadt, d.d. 1928, later leraar aan het Conservatorium te ’s-Gravenhage en beschrijft de muzikaliteit binnen de familie Oberstadt.

Peter Oberstadt